De eerst week na de marathon was een rustweek. De dinsdag en de woensdag nam ik zelfs de lift op het werk. Pas de vrijdag voelden de benen weer een beetje redelijk en begon ik direct heuveltjes op te rennen. De week erna geraakte ik maar aan 3 trainingen. Dinsdag liep ik samen met Frederik een nachtloop. De dag erna hield ik een stevige heuvel- en intervaltraining in één van mijn vertrouwde trainingsparkoers: Tour & Taxis.
De eerste vrijdag van oktober kon ik voor de eerste keer genieten van mijn ouderschapsverlof. Dat wou ik vieren met een 40-tal kilometers op het extra-trail parkoers van Stavelot. Die dag had ik een off-day. De combinatie van een slechte nacht, een blaar (die wel niet zoveel pijn deed), een al relatief zware trainingsweek met nog de vermoeidheid van de marathon in de benen was niet de ideale cocktail. Ook was het weer kouder dan we gewoon waren (8°C en nu en dan een frisse bui).
Ik kreeg nu ook de gelegenheid Belgisch beroemdste waterval langs de andere kant eens te bewonderen. De helling na de waterval van Coo langs de stoeltjeslift was een echte kuitenbijter. Lang, steil en 250hm. Daarna volgden enkele hele leuke stukjes, o.a. een technische afdaling, afgewisseld met brede dreven of asfalt.
Regelmatig volgden de 40 en 23km hetzelfde traject. De 40 deed nu en dan een lusje met extra kilometers en hoogtemeters om dan even verder weer bij de 23 samen te komen. Bijna in Stavelot is er nog zo’n extra lus. Intussen liep het totaal niet meer lekker, en dit zou mijn laatste lus worden. Na een saaier stuk asfalt bovenop het plateau volgde een heel leuke singletrack langs een riviertje. Ik zag knaagsporen van bevers.
De voorlaatste week voor L’intégrale ben ik dan ook niet meer diep gegaan. Ik slaagde er toch in nog 55km op loopteller te krijgen en langzaam maar zeker voelden de benen beter aan. De vrijdag liep ik dan toch nog eens een vrij lange duurloop van 19km en de zaterdag had ik een laatste test. Ik liep mee in de 14km van Rock and Run, te Waimes (buurt van Malmédy). Aan de start kwam ik Joris tegen. Altijd tof om bekend volk tegen te komen. We besloten alle twee om te racen. Joris is technisch een veel betere loper, ik heb wel meer loopvermogen. Het parkoers was eigenlijk 13,2km lang, had ruim 500hm - best wel pittig – en bestond uit 2 lussen. De eerste van 4km was vrij technisch. Bij de start sloeg de motor niet direct aan en liet de kopgroep een beetje gaan. Na een valpartij en enkele technische afdalingen was ik de voeling met eersten kwijt.
Na de eerste doortocht langs de finish liep het stilaan soepel. Tijdens de beklimming van ruim 2km door de steengroeve haalde ik al enkele lopers in. De goesting was groot. De grote opkuisoperatie kon beginnen. Ik hield een tempo aan zonder daarmee heel diep te gaan. Boven op het plateau waren er nog twee aan voor de moeite. Wat is het leuk als ’t lekker loopt. Zij pikten wel hun wagonnetje aan. In de kleine steengroeve haalde ik nog enkele lopers in die verkeerd waren gelopen. Na dit klauterstukje was er een afdaling over asfalt. Dit was serieus in mijn voordeel want hier konden ze mij niet lossen. We kwamen via een kronkelpad en wat steengruis terug in de grote steengroeve aan. Vandaar was ’t het terug naar boven zoals de eerste keer. Het was nog maar twee kilometer tot de finish. Tijd om eens door te trekken! Ik liet iedereen ter plaatse achter en jaagde op nog enkele lopers voor mij. De afdaling tot de finish was steil maar niet te technisch. Op enkele 100den meters zet ik de sprint in, maar die twee voor mij hebben ook nog jus. Het blijken er van de 6km te zijn.
Dinsdagavond ben ik met mijn dorpsgenoten Kareen en Wouter vertrokken richting Millau. We deden de rit in twee keer, en overnachtten onderweg in Troyes. Woensdagavond aangekomen in de gîte voelde ik me te lusteloos om nog een korte training te houden. Voor een gezellige maaltijd met een lekker glaasje wijn, waarbij we onder andere Lode hadden uitgenodigd, was de goesting wel veel groter.
In de namiddag was het tijd voor “le Dossard”. Dit is geen kroeg voor verwaaide barden, maar gewoon mijn nummer gaan halen en de finish eens verkennen. Het regende nu pijpenstelen. Na het ophalen van mijn nummer een rondje beurs, en mijn welkomst- en bierpakket gehaald. We vonden het alle drie nogal een commerciële bedoening. Intussen kwam ook Lode aan, dus deden we de beurs nog eens. Met Lode erbij had die toch een andere dimensie! ’s Avonds lekkere pizza op zijn Kareens gegeten. Voor het eten merkte ik dat er geen veiligheidsspelden bij mijn nummer zaten. Dat werd nog eens een uur heen en terug rijden naar Millau voor spelden. Zo mijn stressmoment toch nog gehad.
De eerste 6 kilometers tot in Rozier waren piece of cake. Ik haalde een mooi gemiddelde zonder mij moe te maken, en kwam bij de eerste 75 door. Na de eerste bevoorrading ging ’t goed omhoog. Daarna kwamen we op bekend terrein waar we de dag ervoor waren gaan wandelen. Intussen werd het licht. De band van mijn hoofdlamp was doorweekt. Alles liep vlot tot het parkoers heel technisch werd. Dan begonnen steeds meer lopers mij in te halen. In de afdaling naar le Truel moest ik de rol lossen. Dit was een heel steile afdaling met losse stenen en ik daalde nogal krampachtig de heuvel af.
Vanaf de beklimming richting Pierrefiche werd de pijn stelselmatig erger. Er kwamen stukken waar ik moest wandelen waar ik normaal zonder probleem zou kunnen lopen. Kareen en Wouter kwamen mij in Pierrefiche tegemoet en liepen enkele honderden meters mee. Ze vonden het niet zo lastig, de grapjassen!!! Ik zei tegen hen dat mijn knie pijn deed. Na goed gegeten te hebben, en mijn watervoorraad bijgevuld te hebben, vertrok ik al mankend verder. De eerste kilometers verliepen nog relatief vlot. Daarna werd de pijn te erg, en deed wandelen zelfs pijn. Het gedeelte dat nu volgde was zeer technisch en stelde mij knie zwaar op de proef. Eén loper zei dat het in mijn hoofd zat. Ik probeerde even mijzelf wijs te maken en gedurende korte tijd was de pijn weg. Daarna kwam die terug, en ging die niet meer weg.
Ik was zo blij Kareen en Wouter te zien. Ze moesten mezelf niet troosten. ’s Avonds lekker gegeten en wat goed kunnen bijpraten. We waren ook blij dat Lode de finish wel haalde. De dag erna vertrokken we huiswaarts. Via de Tarn maakten we er nog eerst een toeristische uitstap van.