Zondag 24 september liep ik dan de Leiemarathon. Ik wil eerst en vooral mijn zus Hanne, mijn schoonbroer Koen, hun kinderen Miel en Sien, mijn broer Dries, mijn schoonzus Marie en mijn vriend Lode – Trailodge nog eens extra bedanken voor het supporteren. Zij zorgden ervoor dat ik ben blijven gaan ondanks dat de laatste 14 kilometers moeilijk waren.
3u11’18” (23ste plaats) is het mooie resultaat geworden. Ondanks de ontgoocheling direct na de wedstrijd heb ik nu vrede met dit resultaat. Enerzijds kan ik het excuus inroepen van die blessure. 2,5 weken lag ik gefrustreerd te wachten tot ik weer kon trainen. Om mij af te reageren deed ik regelmatig stabilisatieoefeningen en buikspieroefeningen. In die periode testte ik regelmatig of lopen weer mogelijk was. Na een minuut voelde ik dan weer een zeurende pijn ter hoogte van mijn scheenbeen opkomen.
Zaterdag 9 september verliep die test anders. Ik kon 5km pijnvrij lopen. De eerste 4 trainingen – ik durf nauwelijks het woord te gebruiken – waren dan ook korte trage duurlopen. De 5de keer waagde ik het erop om toch eens wat snelheid in de training te steken. Ik had voor het eerst het gevoel weer eens serieus getraind te hebben. Daarna kon ik nog enkele keren goed trainen, waaronder een duurloop van 17km en een korte intervalsessie de dinsdag voor de wedstrijd. Die laatste sessie gaf me wel serieus wat moed. Ik slaagde erin 4 keer 800m in 2’50”. Ik heb de voorbije maanden al sneller gelopen, maar dit is allesbehalve slecht. Mijn snelheid was ik nog niet kwijt, mijn conditie was nog meer als behoorlijk. Ik recupereerde snel.
Over mijn blessure wil ik nog het volgende kwijt. Ik besef dat ik geluk heb gehad. Ik was de boel aan het forceren, maar had dit behoorlijk snel door. Ik heb dan ook verstandig gereageerd door te rusten, en te blijven rusten tot de miserie voorbij was. Ondanks dat het frustrerend was dat ik niet kon trainen, en dat ik geen controle had over de duur van het genezingsproces, berustte ik bij de gedachte dat het van korte duur ging zijn. Ik heb verschillende loopmaten die al veel langer op de sukkel zijn. Sommige zien momenteel nog niet het einde van hun leed. Alle ellende is dus relatief!
Zondagochtend tegen 9u vertrek ik naar Wevelgem. Enerzijds een beetje hoopvol door die goede intervaltraining. Anderzijds is het van 18 augustus geleden dat ik nog eens meer 20km had gelopen. Toen liep ik 25km en liep ik die ontsteking op. Ik ben dan ook nerveus en rijd naar de start met het ‘Wat-kom-ik-hier-in-godsnaam-doen?’-gevoel.
Na mijn nummer te hebben gehaald, mij te hebben omgekleed en mijn bagage in de vestiaire te hebben gebracht, vind ik een kwartier voor het startuur Hanne, Koen, Sien en Miel aan de start. Het werkt ontspannend even met hen te kunnen babbelen. Het is ook schitterend weer, misschien een beetje te warm. De goesting groeit! Een kort belletje met mijn broer laat mij weten dat hij en Marie in de buurt van de Budabrug zal staan.
Het startsein wordt gegeven. We lopen de eerste ronde samen met de halve marathon. Hierdoor vertrekt er bijna 1000 samen. Het is het Belgische kampioenschap halve marathon. Die mannen moet ik dus zeker niet volgen. Ik sta eigenlijk iets te ver naar achteren. Ik wou toch niet te bruusk te vertrekken en drijf geleidelijk aan mijn tempo op tot ik denk snel genoeg te lopen. Ik mis het eerste kilometerbord, maar passeer het tweede onder de 8’. Goed tempo! Ik laat het tempo iets zakken want het is nog ver. Het is warm maar de eerste kilometers gaan dus zeer vlot zonder het gevoel te hebben dat ik diep ga. Ik geniet ook van de sfeer. De wedstrijd is goed georganiseerd, en veel mensen staan te supporteren. Ook de organisatie moedigt lopers aan. Dikwijls hoor ik mijn naam vallen, maar ik ben te gefocust om te zien wie riep.
De eerste bevoorrading sla ik over. Bij de 2de neem ik toch al water aan. Ik ben 40 minuten bezig als ik het 10km-punt passeer. Goed zo! Het is lastig lopen, want de wind waait toch redelijk stevig uit het oosten. Enkele kilometers verder steken we de Leie over over voor mij nieuwe fietsbrug. In 15 jaar kan er toch het één en ander veranderen. Dries en Marie combineren supporteren met een terrasje. Het doet deugd ze te zien.
3u11’18” (23ste plaats) is het mooie resultaat geworden. Ondanks de ontgoocheling direct na de wedstrijd heb ik nu vrede met dit resultaat. Enerzijds kan ik het excuus inroepen van die blessure. 2,5 weken lag ik gefrustreerd te wachten tot ik weer kon trainen. Om mij af te reageren deed ik regelmatig stabilisatieoefeningen en buikspieroefeningen. In die periode testte ik regelmatig of lopen weer mogelijk was. Na een minuut voelde ik dan weer een zeurende pijn ter hoogte van mijn scheenbeen opkomen.
Zaterdag 9 september verliep die test anders. Ik kon 5km pijnvrij lopen. De eerste 4 trainingen – ik durf nauwelijks het woord te gebruiken – waren dan ook korte trage duurlopen. De 5de keer waagde ik het erop om toch eens wat snelheid in de training te steken. Ik had voor het eerst het gevoel weer eens serieus getraind te hebben. Daarna kon ik nog enkele keren goed trainen, waaronder een duurloop van 17km en een korte intervalsessie de dinsdag voor de wedstrijd. Die laatste sessie gaf me wel serieus wat moed. Ik slaagde erin 4 keer 800m in 2’50”. Ik heb de voorbije maanden al sneller gelopen, maar dit is allesbehalve slecht. Mijn snelheid was ik nog niet kwijt, mijn conditie was nog meer als behoorlijk. Ik recupereerde snel.
Over mijn blessure wil ik nog het volgende kwijt. Ik besef dat ik geluk heb gehad. Ik was de boel aan het forceren, maar had dit behoorlijk snel door. Ik heb dan ook verstandig gereageerd door te rusten, en te blijven rusten tot de miserie voorbij was. Ondanks dat het frustrerend was dat ik niet kon trainen, en dat ik geen controle had over de duur van het genezingsproces, berustte ik bij de gedachte dat het van korte duur ging zijn. Ik heb verschillende loopmaten die al veel langer op de sukkel zijn. Sommige zien momenteel nog niet het einde van hun leed. Alle ellende is dus relatief!
Zondagochtend tegen 9u vertrek ik naar Wevelgem. Enerzijds een beetje hoopvol door die goede intervaltraining. Anderzijds is het van 18 augustus geleden dat ik nog eens meer 20km had gelopen. Toen liep ik 25km en liep ik die ontsteking op. Ik ben dan ook nerveus en rijd naar de start met het ‘Wat-kom-ik-hier-in-godsnaam-doen?’-gevoel.
Na mijn nummer te hebben gehaald, mij te hebben omgekleed en mijn bagage in de vestiaire te hebben gebracht, vind ik een kwartier voor het startuur Hanne, Koen, Sien en Miel aan de start. Het werkt ontspannend even met hen te kunnen babbelen. Het is ook schitterend weer, misschien een beetje te warm. De goesting groeit! Een kort belletje met mijn broer laat mij weten dat hij en Marie in de buurt van de Budabrug zal staan.
Het startsein wordt gegeven. We lopen de eerste ronde samen met de halve marathon. Hierdoor vertrekt er bijna 1000 samen. Het is het Belgische kampioenschap halve marathon. Die mannen moet ik dus zeker niet volgen. Ik sta eigenlijk iets te ver naar achteren. Ik wou toch niet te bruusk te vertrekken en drijf geleidelijk aan mijn tempo op tot ik denk snel genoeg te lopen. Ik mis het eerste kilometerbord, maar passeer het tweede onder de 8’. Goed tempo! Ik laat het tempo iets zakken want het is nog ver. Het is warm maar de eerste kilometers gaan dus zeer vlot zonder het gevoel te hebben dat ik diep ga. Ik geniet ook van de sfeer. De wedstrijd is goed georganiseerd, en veel mensen staan te supporteren. Ook de organisatie moedigt lopers aan. Dikwijls hoor ik mijn naam vallen, maar ik ben te gefocust om te zien wie riep.
De eerste bevoorrading sla ik over. Bij de 2de neem ik toch al water aan. Ik ben 40 minuten bezig als ik het 10km-punt passeer. Goed zo! Het is lastig lopen, want de wind waait toch redelijk stevig uit het oosten. Enkele kilometers verder steken we de Leie over over voor mij nieuwe fietsbrug. In 15 jaar kan er toch het één en ander veranderen. Dries en Marie combineren supporteren met een terrasje. Het doet deugd ze te zien.
De terugtocht richting Wevelgem verloopt vlot, maar ik voel dat de loop tot nu al energie heeft gekost. Aan brug staat Lode te supporteren. Aan de bevoorrading neem ik nu zeker energiedrank. Ik passeer de halve marathonafstand in een tijd van 1u27 en zit dus mooi op schema. Nu wordt het alleen lopen, want de lopers van de halve marathon die zijn al richting Wevelgem-centrum afgeslagen. Ik zie het nog zit, haal een lopend koppel met een huilende baby in (in de buggy) en kan nog grappen dat ze een beetje sneller zullen moeten lopen. Een eerste loper haalt mij in. Ik probeer bij te benen maar na anderhalve kilometer moet ik hem laten gaan. Na 25km ben ik 1u44 onderweg. Nog steeds op schema. Lopen tegen tijd is stress!
De brug over, de aanmoedigingen van Lode. Nu begint de hel! 7km tegen de wind in boksen. Het gaat goed tot de eerste pacer van 2u59 mij inhaalt. Ik kan hem niet volgen. Intussen voel ik de honger in mij opkomen. Mijn benen lopen leeg! Nadat de 2de pacer van 2u59 mij inhaalt, breek ik mentaal. Ik moet even bekomen, en stap zelf even. De marathon is inderdaad een stille moordenaar. Aan de bevoorrading neem ik uitgebreid de tijd om mij vol te proppen met rozijnen, chips en een gelleke. Dat doet deugd. Intussen heb ik aanvaard dat die sub 3u niet zal lukken. De benen willen niet meer. Sneller als 12km/u lukt niet meer. Ik vind ter plaatse plan B uit: 3u15! Zo ben ik te minste gemotiveerd om er de vaart in te houden. Het is ook een goeie training voor L’intégrale des Causses die ik 20 oktober zal lopen.
In Kortrijk supporteren Dries en Marie weer voor mij. Ik geef aan dat het moeilijk gaat. Ze roepen me na dat ze naar de finish gaan. Het stuk met de wind mee gaat intussen beter. Zeker vanaf 35km kan ik gedurende meerdere kilometers nog een mooi tempo maken. Komaan, Wouter!
De brug over, de aanmoedigingen van Lode. Nu begint de hel! 7km tegen de wind in boksen. Het gaat goed tot de eerste pacer van 2u59 mij inhaalt. Ik kan hem niet volgen. Intussen voel ik de honger in mij opkomen. Mijn benen lopen leeg! Nadat de 2de pacer van 2u59 mij inhaalt, breek ik mentaal. Ik moet even bekomen, en stap zelf even. De marathon is inderdaad een stille moordenaar. Aan de bevoorrading neem ik uitgebreid de tijd om mij vol te proppen met rozijnen, chips en een gelleke. Dat doet deugd. Intussen heb ik aanvaard dat die sub 3u niet zal lukken. De benen willen niet meer. Sneller als 12km/u lukt niet meer. Ik vind ter plaatse plan B uit: 3u15! Zo ben ik te minste gemotiveerd om er de vaart in te houden. Het is ook een goeie training voor L’intégrale des Causses die ik 20 oktober zal lopen.
In Kortrijk supporteren Dries en Marie weer voor mij. Ik geef aan dat het moeilijk gaat. Ze roepen me na dat ze naar de finish gaan. Het stuk met de wind mee gaat intussen beter. Zeker vanaf 35km kan ik gedurende meerdere kilometers nog een mooi tempo maken. Komaan, Wouter!
Met dank aan Lode - Trailodge voor het filmpje
Aan de laatste bevoorrading hou ik nog even halt. Ik eet rustig want die 3u15 zijn binnen schot. 3u10 zal moeilijk zijn. De laatste 2-3km loop ik rustig door en word ik nog meermaals ingehaald. Ik trek het mij weinig aan, en groet mijn medelopers. De lopers die in tegenovergestelde richting lopen, daar heb ik meer mee te doen. Zij moeten nog ruim 14km.
Aan de finish ben ik vooral opgelucht dat het voorbij is. Ik word toegesneld door Lode, Dries en Marie. Het is er waarschijnlijk niet aan te zien, maar ik ben blij dat ze er zijn. Even zitten, eten, uitblazen,…
Na van hen afscheid genomen te hebben word ik vooral overmand door een gevoel van ontgoocheling. Ik besluit nog even mijn oma te bezoeken, maar door de hitte in het rusthuis vlucht ik daar na een kwartier weg. Ik word er misselijk. De terugweg verteer ik stilaan het gevoel van ontgoocheling. De volgende dag is die stilaan weg. De verzuurde benen blijven wel nog een kleine week hangen.
Korte analyse: De wedstrijd zelf was zeer goed georganiseerd. De sfeer was geweldig! De bevoorrading waren zelf op 't einde nog tip top in orde en je werd als loper wel goed gesoigneerd. Al bij al mag ik redelijk tevreden zijn met mijn resultaat. De voorbereiding was niet ideaal waarbij ik totaal niet kon trainen in de weken waar ik nog eens heel hard wou doortrekken. Mijn laatste lange duurloop (meer dan 20km) was dan ook ruim een maand voor de wedstrijd. Hierdoor was mijn lichaam niet genoeg aangepast aan vetverbranding, en had ik gewoon te weinig kilometers in de benen. Daarnaast was het behoorlijk warm. Positief was wel dat ik nauwelijks last kreeg van mijn rug. naast het aanpassen van mijn loopstijl, hebben die buikspier- en stabilisatieoefeningen wel hun effect. Dat moedigt aan om te blijven volhouden. Wat wel niet goed was, was eten. Ik weet nog niet goed hoe ik moet eten tijdens een lange wedstrijd aan hoog tempo, en dit is dan ook een werkpunt. Volgende keer beter dus! Nu op naar L'intégrale des Causses!
Aan de laatste bevoorrading hou ik nog even halt. Ik eet rustig want die 3u15 zijn binnen schot. 3u10 zal moeilijk zijn. De laatste 2-3km loop ik rustig door en word ik nog meermaals ingehaald. Ik trek het mij weinig aan, en groet mijn medelopers. De lopers die in tegenovergestelde richting lopen, daar heb ik meer mee te doen. Zij moeten nog ruim 14km.
Aan de finish ben ik vooral opgelucht dat het voorbij is. Ik word toegesneld door Lode, Dries en Marie. Het is er waarschijnlijk niet aan te zien, maar ik ben blij dat ze er zijn. Even zitten, eten, uitblazen,…
Na van hen afscheid genomen te hebben word ik vooral overmand door een gevoel van ontgoocheling. Ik besluit nog even mijn oma te bezoeken, maar door de hitte in het rusthuis vlucht ik daar na een kwartier weg. Ik word er misselijk. De terugweg verteer ik stilaan het gevoel van ontgoocheling. De volgende dag is die stilaan weg. De verzuurde benen blijven wel nog een kleine week hangen.
Korte analyse: De wedstrijd zelf was zeer goed georganiseerd. De sfeer was geweldig! De bevoorrading waren zelf op 't einde nog tip top in orde en je werd als loper wel goed gesoigneerd. Al bij al mag ik redelijk tevreden zijn met mijn resultaat. De voorbereiding was niet ideaal waarbij ik totaal niet kon trainen in de weken waar ik nog eens heel hard wou doortrekken. Mijn laatste lange duurloop (meer dan 20km) was dan ook ruim een maand voor de wedstrijd. Hierdoor was mijn lichaam niet genoeg aangepast aan vetverbranding, en had ik gewoon te weinig kilometers in de benen. Daarnaast was het behoorlijk warm. Positief was wel dat ik nauwelijks last kreeg van mijn rug. naast het aanpassen van mijn loopstijl, hebben die buikspier- en stabilisatieoefeningen wel hun effect. Dat moedigt aan om te blijven volhouden. Wat wel niet goed was, was eten. Ik weet nog niet goed hoe ik moet eten tijdens een lange wedstrijd aan hoog tempo, en dit is dan ook een werkpunt. Volgende keer beter dus! Nu op naar L'intégrale des Causses!