Het is intussen 2017. Mijn beste wensen alvast! Moge 2017 jullie over vele mooie paden laten lopen!
Na Tour de la Grande Casse (TDGC) ben ik in een lopersdip gevallen waarmee ik moeite heb om er uit te lopen. Na maanden van moeten trainen, is de drang helemaal verdwenen. Het aantal training is herleid naar tot 3 à 4 per week, maar vooral het volume is enorm verminderd. Het heeft eens deugd gedaan.
Halverwege september hadden we sportdag met het werk. Tot die dag zweefde ik nog op de wolk van TDGC en was de loopgoesting groot! Het was snikheet en ik vatte de looptocht van ruim 20km behoorlijk snel aan. Ik had niks mee om te drinken. Achteraf voelde ik me uitgedroogd en misselijk. Verdorie, alweer dehydratie! Mijn lijf had TDGC nog niet helemaal verteerd. Dit wordt recupereren. De weken nadien was de goesting helemaal weg, en toen die stilaan terugkwam, had ik last van allerlei kwaaltjes (verkoudheid, buikgriep, …). De trainingsmotor sloeg niet aan.
23 oktober had ik eindelijk eens een wedstrijd gepland: de Turbinekesrun. Jullie lezen het goed! Het is een stratenloop van 7km en een bewuste keuze. Volgend jaar zou ik graag de Leie Marathon uitlopen in een tijd van minder als 3u. Dat is een droom waar ik al 15 jaar mee rondloop. Bovendien heb ik gemerkt dat regelmatig een dag in de Ardennen rondlopen nogal wat druk bij mijn gezin legt (vooral nu met baby Dau). Vanaf eind maart zal al mijn energie voor het lopen gericht zijn op de marathon. Eind maart hoop ik wel de HADtrail mee te lopen.
Na Tour de la Grande Casse (TDGC) ben ik in een lopersdip gevallen waarmee ik moeite heb om er uit te lopen. Na maanden van moeten trainen, is de drang helemaal verdwenen. Het aantal training is herleid naar tot 3 à 4 per week, maar vooral het volume is enorm verminderd. Het heeft eens deugd gedaan.
Halverwege september hadden we sportdag met het werk. Tot die dag zweefde ik nog op de wolk van TDGC en was de loopgoesting groot! Het was snikheet en ik vatte de looptocht van ruim 20km behoorlijk snel aan. Ik had niks mee om te drinken. Achteraf voelde ik me uitgedroogd en misselijk. Verdorie, alweer dehydratie! Mijn lijf had TDGC nog niet helemaal verteerd. Dit wordt recupereren. De weken nadien was de goesting helemaal weg, en toen die stilaan terugkwam, had ik last van allerlei kwaaltjes (verkoudheid, buikgriep, …). De trainingsmotor sloeg niet aan.
23 oktober had ik eindelijk eens een wedstrijd gepland: de Turbinekesrun. Jullie lezen het goed! Het is een stratenloop van 7km en een bewuste keuze. Volgend jaar zou ik graag de Leie Marathon uitlopen in een tijd van minder als 3u. Dat is een droom waar ik al 15 jaar mee rondloop. Bovendien heb ik gemerkt dat regelmatig een dag in de Ardennen rondlopen nogal wat druk bij mijn gezin legt (vooral nu met baby Dau). Vanaf eind maart zal al mijn energie voor het lopen gericht zijn op de marathon. Eind maart hoop ik wel de HADtrail mee te lopen.
Over mijn prestatie in de Turbinekesrun ben ik behoorlijk tevreden. Ik had gehoopt op 7km in 28 minuten. Uiteindelijk waren het 7,3km in net geen 28 minuten. Het parkoers was voor een stratenloop heuvelachtig en lastig als je snel wilt lopen. Alleen mijn start was minder wegens een slechte startpositie. Alle lopers die voor mij geëindigd waren, zaten direct in de kopgroep. Het heeft mij misschien geen plaats gekost, maar zeker een betere tijd. Soit, volgende keer beter!
De eerste week van november was één groot hoogtepunt dit najaar. Eerst liep ik mee met de social nachttrail Hocksem (19km). Op de eerste en laatste kilometers na ging het parkoers over allemaal vrij bekend terrein voor mij. Het was fijn nog eens in Kumtich en Willebringen te lopen. Toen ik bij het gemeentebestuur van Boutersem werkte, heb ik op dinsdagavonden veel van die veldwegen verkend. De groep was ook fijn en het tempo was ideaal voor zo’n duurloop.
De eerste week van november was één groot hoogtepunt dit najaar. Eerst liep ik mee met de social nachttrail Hocksem (19km). Op de eerste en laatste kilometers na ging het parkoers over allemaal vrij bekend terrein voor mij. Het was fijn nog eens in Kumtich en Willebringen te lopen. Toen ik bij het gemeentebestuur van Boutersem werkte, heb ik op dinsdagavonden veel van die veldwegen verkend. De groep was ook fijn en het tempo was ideaal voor zo’n duurloop.
Twee dagen later vertrok ik naar de Vogezen op trailstage georganiseerd door Trailodge. De sympathieke Gentenaar Mario kwam na enig fileleed mij oppikken. Iets voor 15u arriveerden we in de refuge gelegen langs de wondermooie Route des Crêtes. Dit was net op tijd om de namiddagloop nog mee te doen. De refuge lag vlakbij de Hohneck. Ons eerste doel was om naar de top te lopen om daar van het uitzicht te genieten. Het weer was schitterend en we konden zelfs de Mont Blanc en enkele andere Alpenreuzen zien. Daarna liepen via een colletje naar ‘le Petit Hohneck’ om dan heel snel af te dalen naar een meertje. Vanaf daar klommen we terug richting de refuge. In deze beklimming liep ik stevig door. Daar zou ik de volgende dag spijt van krijgen. ’s Avonds genoten we van een heerlijke maaltijd gekookt door Annelies, de vrouw van Trailodge Lode.
De volgende dag was ik als eerste op. Na een stevig ontbijt, besloot ik om mij aan te sluiten bij de snelle groep met Vincent, Tom, Wim en Xavier. We reden naar een skipiste in Gérardmer, van waaruit ook verschillende permanente traillooproutes vertrekken. Met mijn iets mindere basis en spierpijn ter hoogte van mijn knieën, wist ik dat het moeilijk zou worden. Ik was zeker bergop en bergaf de minst goede loper. Al gauw hing ik aan de rekker, waardoor ik nauwelijks kon recupereren. Constant uit je comfortzone getrokken worden, is dikwijls mentaal zwaarder dan fysiek. Het was dan naast een goede fysieke training ook een heuse mentale training. Bijna de ganse loop vocht ik dan ook tegen het hangen aan de rekker, mijn alles-of-niets-mentaliteit, de vermoeidheid, de pijn en de bijtende wind. Het parkoers (route 6) was mooi gevarieerd met enkele pittige hellingen en afdalingen, en mooie panorama’s en meertjes. Toch vond ik het minst speciale van de vier tochten die we liepen. Waarschijnlijk was het omdat deze route meer een Ardennenachtig karakter had.
De dag erna was ’t hondenweer. Nadat we afscheid van Suzanne hadden genomen, vertrokken we met de auto richting startplaats enkele kilometers verderop de Route des Crêtes. Ik vergezelde nu de groep met de “mindere goden”. Het zelfvertrouwen was terug, de spierpijn al minder. Het lopen liep veel vlotter. Ik was fotograaf van dienst. Onder leiding van Lode liepen we enkele keren verkeerd. Eén keer volgden we gedurende een kilometer de bergkam in plaats van het pad dat blijkbaar parallel liep 50m onder ons. Het was spectaculair over boomstronken en rotsen. Op een bepaald moment waren we gedwongen af te dalen naar het pad. De laatste paar meters waren zeer steil naar beneden. Iedereen gleed op zijn gat naar het pad. Dit was een beetje gevaarlijk, want wie na het pad doorvloog, vloog de dieperik in. Er was er eentje die dan ook in paniek zo slim was halverwege zijn voet proberen te zetten. Hij catapulteerde zo bijna zichzelf. We konden hem net tegenhouden. Het pad zelf was ook spectaculair, met hier en daar boulderhoppen en licht klauterwerk. Jeeeha, hiervoor was ik dus meegekomen!!!
Na dit feest kwamen we aan bij het meertje waar we de eerste dag langs gepasseerd waren. Intussen liepen we erbij rond als verzopen kiekens. Sommigen kregen het koud. Het plan was nu poepsimpel: zo snel mogelijk terug naar de refuge. De beklimming naar de col verscheurde de groep helemaal. Mario had het moeilijk en het duurde een eeuwigheid eer hij boven was. Daar troffen we ook de snelle mannen aan. Ineke en Joris volgden hen Le Petit Hohneck op. Ik bleef bij Mario. Terug samen met de snelle mannen tussen Le Hohneck en Le Petit Hohneck, zei Vincent dat hij bij Mario ging blijven. Vincent was helemaal verkleumd. De benen waren nog goed en op het vals plat plaatste ik nog een versnelling. Zo voelt een goede dag aan!
Na dit feest kwamen we aan bij het meertje waar we de eerste dag langs gepasseerd waren. Intussen liepen we erbij rond als verzopen kiekens. Sommigen kregen het koud. Het plan was nu poepsimpel: zo snel mogelijk terug naar de refuge. De beklimming naar de col verscheurde de groep helemaal. Mario had het moeilijk en het duurde een eeuwigheid eer hij boven was. Daar troffen we ook de snelle mannen aan. Ineke en Joris volgden hen Le Petit Hohneck op. Ik bleef bij Mario. Terug samen met de snelle mannen tussen Le Hohneck en Le Petit Hohneck, zei Vincent dat hij bij Mario ging blijven. Vincent was helemaal verkleumd. De benen waren nog goed en op het vals plat plaatste ik nog een versnelling. Zo voelt een goede dag aan!
Het was even later een zicht in de refuge. Vincent moest letterlijk ontdooien. De stralingswarmte en nodige humor hielpen daarbij. Toch werd die avond nog een nachttrail gelopen. Hij, Tom en nog enkele andere maalden extra kilometers. Recent haalden Tom en Vincent en Tom dan ook het podium in Olne-Spa-Olne. Tom won zelfs autoritair de X-trails in Houffalize. Hard werken loont. Ikzelf besloot uit te rusten. Na maanden minder kilometers forceerde ik mijn lijf al voldoende. In de plaats daarvan bereidde ik het afsluitend tochtje voor de volgende ochtend voor. Sentiers des Roches, daar wil ik heen.
De volgende ochtend lag er een laagje sneeuw. Ik had Joris en Ineke weten te overtuigen mee te lopen. Ze zouden er geen spijt van krijgen. Een steile, technische afdaling bracht ons bij een mooi bergmeertje. Intussen bleef het sneeuwen. Na het meertje daalden we nog verder tot onder de sneeuwgrens. We waren van 1200 naar 700m gedaald. Via het hobbelend Sentiers des liepen we richting Col de la Schlucht. Daar bijna aangekomen begon Sentiers des Roches. Intussen renden we terug in de sneeuw en stonden al 7 kilometers op onze teller. Oeps, ik had de totale tocht op ongeveer 8km ingeschat. Ook qua tijd zat ik er volledig naast. We waren al anderhalf uur onderweg. Gelukkig waren we alle drie geen doetjes, behoorlijk ervaren en in goede conditie. Sentiers des Roches bracht alles wat we ervan verwachten: trapjes, brugjes, kettingen, steuntjes, boulderhoppen, een natuurlijke tunnel, … en op het einde bordje: verboden bij winterse omstandigheden. Joris verdiende op dit pad zijn nieuwe bijnaam: le Chamois. Hij zou eens moeten sky racen.
De volgende ochtend lag er een laagje sneeuw. Ik had Joris en Ineke weten te overtuigen mee te lopen. Ze zouden er geen spijt van krijgen. Een steile, technische afdaling bracht ons bij een mooi bergmeertje. Intussen bleef het sneeuwen. Na het meertje daalden we nog verder tot onder de sneeuwgrens. We waren van 1200 naar 700m gedaald. Via het hobbelend Sentiers des liepen we richting Col de la Schlucht. Daar bijna aangekomen begon Sentiers des Roches. Intussen renden we terug in de sneeuw en stonden al 7 kilometers op onze teller. Oeps, ik had de totale tocht op ongeveer 8km ingeschat. Ook qua tijd zat ik er volledig naast. We waren al anderhalf uur onderweg. Gelukkig waren we alle drie geen doetjes, behoorlijk ervaren en in goede conditie. Sentiers des Roches bracht alles wat we ervan verwachten: trapjes, brugjes, kettingen, steuntjes, boulderhoppen, een natuurlijke tunnel, … en op het einde bordje: verboden bij winterse omstandigheden. Joris verdiende op dit pad zijn nieuwe bijnaam: le Chamois. Hij zou eens moeten sky racen.
Op de col hadden we GSM-bereik. Een bezorgde Lode kon ons bereiken. Met nog 3km door een sneeuwbui en koude wind waren we al snel terug aan de refuge. Mario was een beetje nerveus en ambetant. Hij wou ’s avonds nog AA Gent zien winnen. Uiteindelijk slaagden beiden hierin. Sorry Mario, het was mijn bedoeling niet om jou te laten stressen! Lode en Annelies wens ik nog eens speciaal te bedanken voor de fijne organisatie en het lekkere eten. Ineke en Tom wil ik ook nog bedanken voor de foto’s.
Intussen is de trailstage al bijna 2 maanden achter de rug. Het was oorspronkelijk mijn bedoeling om in de loop van de maand november dit verslag te publiceren. Hierin ben ik dus niet geslaagd. Het jaareinde bracht echter nog wat meer leuk loopnieuws mee. Ik hielp bijvoorbeeld mee als seingever bij de eerste De Bello Gallico. Daar waren veel vrienden die ofwel meeliepen, ofwel ook mee hielpen.
Ik ben op vraag van Lode lid geworden van het gloednieuwe Trailodge Ultra Team. Samen met Lode, Tom, Xavier, Ineke en Hans mag ik onze teamkleuren verdedigen op trailwedstrijden. Ik voel me alleszins vereerd en gemotiveerd! Bedankt, Lode!
Daarnaast slaagde ik erin om op geregelde basis intervaltraining in te lassen. Dat zorgde ervoor dat ik op 2de kerstdag scherp stond aan de start van de kerstcorrida. Ik eindigde bij de 8km 36ste op ruim 2300 deelnemers. De eigenlijke afstand was 7,84km waar ik 27’57” (3’35”/km) over liep. Dit is een tijd waarmee ik zeer tevreden ben. Eindelijk haal ik het niveau van vroeger weer terug zonder daarbij heel diep te moeten gaan in de trainingen. Dit is zeer hoopgevend voor mijn “snelle” marathondoel. Bovendien heb ik het gevoel dat het misschien nog beter kan.
Ik ben op vraag van Lode lid geworden van het gloednieuwe Trailodge Ultra Team. Samen met Lode, Tom, Xavier, Ineke en Hans mag ik onze teamkleuren verdedigen op trailwedstrijden. Ik voel me alleszins vereerd en gemotiveerd! Bedankt, Lode!
Daarnaast slaagde ik erin om op geregelde basis intervaltraining in te lassen. Dat zorgde ervoor dat ik op 2de kerstdag scherp stond aan de start van de kerstcorrida. Ik eindigde bij de 8km 36ste op ruim 2300 deelnemers. De eigenlijke afstand was 7,84km waar ik 27’57” (3’35”/km) over liep. Dit is een tijd waarmee ik zeer tevreden ben. Eindelijk haal ik het niveau van vroeger weer terug zonder daarbij heel diep te moeten gaan in de trainingen. Dit is zeer hoopgevend voor mijn “snelle” marathondoel. Bovendien heb ik het gevoel dat het misschien nog beter kan.
Als afsluiter liep ik een nachttrail samen met Hans en Jos op de mijnterril van Beringen-Koersel. Het is daar schitterend om te lopen. De mountainbikepaden zijn redelijk technisch en soms heel steil. Er zijn zelfs rotspassages aangelegd. Het was die avond behoorlijk mistig en bovenop de terril zaten we boven de wolken. Dit maakte de omgeving feeëriek. We maalden in ruim anderhalf uur niet zoveel kilometers maar wel veel hoogtemeters. Van boven op de top na de laatste keer klimmen, trakteerden Hans en Jos op Jägermeister en zelfgebakken appelcake. Spijtig dat de rest heeft moeten afzeggen die avond. Daarna dronken we nog ene in de nieuwe klimmuur. Ik kijk alvast uit naar de volgende editie.
2016 was voor mij een toploopjaar. Met een 3de plaats op de Vijverrun, het finishen van mijn eerste trail in de Alpen, een zeer goede tijd in mijn laatste stratenloop en geen blessures, kan ik niet anders dan tevreden zijn. Daarnaast kwam ik op zeer mooie plaatsen terecht, en maakte ik fijne looptochten samen met vrienden. Moge 2017 mij ook over zo’n mooie paden laten lopen!
2016 was voor mij een toploopjaar. Met een 3de plaats op de Vijverrun, het finishen van mijn eerste trail in de Alpen, een zeer goede tijd in mijn laatste stratenloop en geen blessures, kan ik niet anders dan tevreden zijn. Daarnaast kwam ik op zeer mooie plaatsen terecht, en maakte ik fijne looptochten samen met vrienden. Moge 2017 mij ook over zo’n mooie paden laten lopen!